Een werknemer van Albert Heijn heeft zich ziekgemeld en na zijn ziekmelding vrijwel geen werkzaamheden meer verricht voor Albert Heijn. Dit terwijl de werknemer daartoe op enig moment wel in staat was. De werkgever heeft vervolgens een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter op grond van een verstoorde arbeidsrelatie. Dat verzoek is toegewezen, maar Albert Heijn moet de werknemer wel de transitievergoeding én een billijke vergoeding betalen van ruim € 41.000, omdat Albert Heijn ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bij de re-integratie van werknemer. Dat an sich is vrij bijzonder, de lat voor ernstige verwijtbaarheid ligt immers erg hoog. Albert Heijn trekt daarop het verzoek in, maar komt bedrogen uit: de werknemer heeft ook een ontbindingsverzoek ingediend en in dat verzoek komt de kantonrechter ook tot het oordeel dat Albert Heijn ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en een billijke vergoeding moet betalen (gelijk aan de eerder bepaalde billijke vergoeding).
In hoger beroep (gerechtshof Amsterdam, 22 november 2022 ECLI:NL:GHAMS:2022:3264) staat vervolgens de vraag centraal of de werkgever het derdenbeslag dat zij heeft gelegd op de bankrekening van de werknemer moet opheffen op niet. Albert Heijn heeft namelijk derdenbeslag op de bankrekening van werknemer gelegd, omdat zij – onverschuldigd – het loon heeft doorbetaald van werknemer gedurende een door het UWV opgelegde administratieve loonsanctie. Het bezwaar van Albert Heijn tegen deze loonsanctie is gegrond verklaard en de loonsanctie is opgeheven. Werknemer heeft tegen het intrekken van de loonsanctie beroep ingesteld bij bestuursrechter, maar de behandeling van het beroep loopt nog. Volgens het hof is het dan ook niet aan de orde dat Albert Heijn het beslag moet opheffen. Immers, het instellen van bestuursrechtelijk beroep heeft geen schorsende werking (de beslissing op bezwaar, het intrekken van de loonsanctie, blijft staan).
Kortom: gedurende de onterechte loonsanctie heeft Albert Heijn ten onrechte het loon aan werknemer onverschuldigd betaald en mag AH dus voor terugbetaling van het onverschuldigd betaalde loon derdenbeslag leggen op de bankrekening van de werknemer.
Deze uitspraak van het gerechtshof laat zien dat het bestuursrecht en het arbeidsrecht vaak in elkaar overlopen in verzuim en arbeidsongeschiktheidszaken. Het feit dat beroep is ingesteld tegen een loonsanctie door een werknemer, betekent voor een werkgever niet dat aan hem geen civielrechtelijke verhaalsmogelijkheden ter beschikking staan het onverschuldigd betaalde loon ‘veilig te stellen’.
Is de vakkenvuller straks toch magere Heijn?